zondag 3 april 2011

Brillen van Parsons





Bril 1: associatie


Wat iemand in dit stadium ziet is dat wat een associatie oproept. De uitnodiging: vertel wat je ziet, past hier heel goed, maar de antwoorden hebben te maken met het gegeven dat de waarnemer (meestal het jongere kind) er iets uit zijn dagelijkse omgeving in herkent of zich iets herinnert.
Dit stadium van kunstkijken wordt gekenmerkt door een sterke voorkeur voor kleur, hoe meer hoe beter. Wat anderen vinden is in dit stadium nog niet belangrijk. 




Bril 2: realisme


Voor wie door de bril van het tweede stadium kijkt, is het uitermate belangrijk dat een beeld iets voorstelt, dat je er iets in ziet. Het beeld wordt gewaardeerd als de figuren voor de beschouwer herkenbaar zijn. 




Bril 3: expressie


In dit stadium wordt het beeld vooral beschouwd als iets dat emoties kan opwekken. De beschouwer gaat ervan uit dat de maker in zijn beelden betekenis heeft gelegd en dat de beschouwer die betekenis te weten kan komen. Het overbrengen en het opwekken van gevoelens en ideeën wordt beschouwd als de voornaamste taak van de kunstenaar. En de kunstenaar zal daar, zo vindt de beschouwer die door deze bril kijkt, beter in slagen naarmate hij origineler is. Dat anderen een afwijkende mening hebben, wordt als vanzelfsprekend ervaren. 




Bril 4: leerbaar


In dit stadium beseft de beschouwer dat een beeld een sociale functie heeft. Een beeld is niet zo voor-ieder-anders dat met de uitspraak over smaak valt niet te twisten elke discussie bij voorbaat onmogelijk gemaakt wordt. Mensen die beelden maken leven in een bepaalde tijd, een bepaald land, en in een bepaalde culturele omgeving. Traditie, technisch kunnen en functie hebben ook invloed op hoe een beeld eruitziet. Je kunt met andere beschouwers praten over wat je ziet, over de voorstelling, over de beeldaspecten en over het gebruik van materialen. Je kunt meningen en opvattingen funderen en tegen elkaar afwegen. Kunstkritiek kan zinvol zijn als die je leidt naar beter zien en vollediger begrijpen van een beeld.




Bril 5: eigen mening


Wie de vijfde bril past en er door kan zien, beseft dat hij als individu een oordeel kan vellen, gebaseerd op eigen inzicht en smaak. Dat oordeel kan afwijken van huidige of vroegere algemeen gangbare meningen omdat algemeen gangbare meningen gebonden zijn aan een groep, een cultuur en een tijd. Hij weet ook dat zijn eigen oordeel bepaald is door groep, cultuur en tijd.




Bron: Tekenen en didactiek, B. Schasfoort

1 opmerking:

  1. Leuk om het werken met de 5 brillen parallel te bekijken met de ontwikkeling van het beeldend vermogen.

    BeantwoordenVerwijderen